‘Door nu te investeren, nemen we een voorsprong’ Expert Bruno Delepierre helpt Leuven zelfvoorzienend te maken

3
September
2024
|
Geschreven door:
Sarah Hennin

Onze consumptiemaatschappij werkt volgens een lineair model: we halen grondstoffen uit de natuur, maken producten, en gooien ze daarna weg. Hoe meer bronnen we uitputten, hoe duurder onze materialen zullen worden. Die prijsstijgingen zien we al bij bouwmaterialen, die we nochtans hard nodig hebben om onze gebouwen energiezuinig te renoveren. Om onze CO2-uitstoot te beperken en onze materialen betaalbaar en beschikbaar te houden, is hergebruik binnen de grenzen van de stad en regio essentieel.

Daaruit ontstond het idee om van Leuven een ‘urban resource center’ te maken, waar we onze materialen lokaal winnen en hergebruiken. Acht partners - werecircle, Leuven 2030, EcoWerf, ViTes, Wonen & Werken, Atelier Circuler vzw, MAAKbar en Maakbaar Leuven - werken samen om dit te realiseren en pakken vraagstukken gemeenschappelijk aan. Een structureel samenwerkingsverband opzetten tussen de partners is cruciaal voor succes.

Leuven 2030 vroeg en kreeg via het Net Zero Cities-platform van de Europese Commissie – dat missiesteden ondersteunt bij de uitvoering van hun Climate City Contract (Klimaatcontract) – financiering om een expert aan te trekken die precies daarop zal werken: Bruno Delepierre, Coördinator bij Happonomy.
Bruno Delepierre (rechts)

Bruno Delepierre, Coördinator bij Happonomy: “Ik ben West-Vlaming, maar Leuven is mijn thuisstad. Het is hier fantastisch toeven, soms beseffen we dat nog te weinig. Om dat ook in de toekomst zo te houden, moeten we onze kostbare materialen en producten binnen de stad in circulatie houden. Veel partners zijn hier al mee bezig, binnen hun eigen expertise en werkgebied. Zo maakt EcoWerf van ons GFT-afval hoogwaardige compost, repareert Kringwinkel ViTeS afgeschreven elektronica, en kan je in de Materialenbank terecht voor selectief ingezamelde bouwmaterialen. Ook Happonomy – trouwens al jaar en dag lid van Leuven 2030 – doet onderzoek naar de sociale en ecologische veranderingen die we nodig hebben om onze maatschappij om te vormen naar wat dan een ‘regeneratieve economie’ heet, waarbij we de schade aan mens en planeet willen terugdraaien. Mijn focus ligt op het economische aspect, want net dat staat herwaardering en hergebruik vaak in de weg: de centen. Onze economie is nu eenmaal gebouwd rond dat lineaire model. Dat kan anders.”

De verkenningsfase: luisteren en prioriteiten stellen

“De verkenningsfase draait om luisteren en prioriteiten stellen. Wat hebben de verschillende partners nodig? Wat gaat er vlot, waar loopt het stroef, en wat pakken we best eerst aan?

“Daarna werken we enkele concrete voorstellen uit, want zo’n samenwerkingsverband kan je op verschillende manieren invullen. Moeten we samen een bedrijf oprichten voor inkoop en verkoop? Of maken we beter een grote logistieke hub in de stad, waar we bijvoorbeeld bouwmaterialen, elektronica, plastics en textiel kunnen opslaan? Of ontbreekt het bij de huidige Leuvense bedrijven gewoon aan kennis en expertise om hun eigen processen te verduurzamen, en is een opleidings- en trainingscentrum het antwoord? Of nog: richten we best een nieuw bedrijf op, of neemt een bestaande partner de leiding?”

Naar een nieuw model

“Wat wel al vast staat, is dat we geen interne concurrentie willen creëren, maar wel zoeken naar complementariteit tussen de partners. Dan kom je al gauw terecht in nieuwe soorten vennootschappen. Een coöperatie is daar een voorbeeld van, maar je kan nog verder gaan: je kan een bedrijf of een organisatie zo ontwerpen dat het evenwicht tussen eigendom, winstuitkering en beslissingsmandaat, in balans zijn.

"Het klassieke verhaal, waarbij winst voor de aandeelhouders belangrijker is dan de inhoud, draaien we om. Wij noemen dat regeneratie"

“Het klassieke verhaal, waarbij winst voor de aandeelhouders belangrijker is dan de inhoud, draaien we om. Wij noemen dat ‘regeneratie’. Wat het nieuwe Leuvense model ook wordt: op 1 januari 2025 zou duidelijker moeten zijn waar we naartoe werken, en wie daarin welke rol opneemt.”

Wonen & Werken, foto door © Jan Crab

De centen

“Zodra we de juiste samenwerkingsstructuur hebben vastgesteld op basis van de behoeften van de partners, duik ik in de cijfers en tabellen. De financiële kant moet immers kloppen: we willen weg van subsidies, naar een zelfvoorzienend economisch model. Geen gemakkelijke opgave, want nieuwe materialen zijn voorlopig vaak nog goedkoper of gemakkelijker verkrijgbaar.

"Op termijn raken onze grondstoffen op. Door nu te investeren in zelfvoorziening, nemen we een voorsprong en zullen we de gevolgen van klimaatverandering minder hard voelen"

“Dat zal niet blijven duren: op termijn raken onze grondstoffen op. Door nu te investeren in zelfvoorziening, nemen we een voorsprong en zullen we de gevolgen van klimaatverandering minder hard voelen. Daar hebben we dus alle baat bij. Hopelijk beseffen onze beleidsmakers dat ook, vooral met de lokale verkiezingen in zicht. Want dat is een boot die we niet mogen missen. Bovendien heeft Europa een duidelijke koers uitgestippeld, waarbij klimaatinspanningen mee bepalen welke steden steun krijgen.

“Soms hebben nieuwe materialen nog een betere reputatie dan herwonnen materialen. Maar als schrik voor het onbekende het enige is dat ons tegenhoudt, dan ben ik ervan overtuigd dat een circulaire stad mogelijk is. Leuven is tenslotte een stad van pioniers.”

In samenwerking met

Gerelateerde doorbraakprojecten

Gerelateerde acties

No items found.

Gerelateerde blogs

No items found.

Gerelateerde evenementen

No items found.